Oprichting

De oprichtingsdatum van het Sint Barbara Gilde uit Ravenstein is onbekend. Het gilde was opgericht voor het beschermen van het kerkelijk en het wereldlijk gezag. Het gilde bestond zo goed als zeker al in 1439. In oude archieven is documentatie gevonden waaruit blijkt dat gegoede inwoners van de stad Ravenstein op Barbaradag, 4 december, in 1439 de eed van trouw gingen afleggen bij de landheer op het kasteel. Verder is ook bekend dat de oprichting plaatsvond tijdens een pestepidemie.

Het Sint Barbara Gilde stond in de 17de eeuw ingeschreven als: "Het loffelijke Broederschap van de heijlighe maget en martelares Barbara, gevestigt en opgerigt te Ravestein voir onhewegelijcke euwen.

Taken

Het gilde hield zich vooral bezig met sociale taken binnen de Ravensteinse gemeenschap, zoals het verzorgen van zieken en het begraven van doden. In de 19e eeuw was er geen noodzaak meer om de beschermende taken van het gilde uit te blijven voeren. Alleen het verzorgen van begrafenissen, het schieten en het houden van teerdagen bleef. Momenteel zijn bijvoorbeeld ook de dodenherdenking op 4 mei en de kaarsenactie met Allerzielen onderdeel van activiteiten die het gilde voor de gemeenschap uitvoert. De dodenherdenking in Ravenstein werd in 1995 op initiatief van het Sint Brabara Gilde en het parochiebestuur uitgebreid met een heilige mis en een herdenking bij de oorlogsgraven op het Ravensteinse kerkhof. Op het kerkhof wordt een passende vendelgroet uitgevoerd en worden saluutschoten afgevuurd ter ere van de gevallenen.

Vaandel

Vaandrig met vaandel

In 2011 is het gilde overgegaan tot de aanschaf van een nieuw gildevaandel. Dit vaandel is uitgevoerd in de hoofdkleuren geel en blauw. Op het vaandel zijn te zien de patroonheilige, de wapens van de stad Ravenstein en het voormalige Land van Ravenstein, de Maas en de parochiekerk toegewijd aan de Heilige Lucia.

Kostuum

Hoe het Sint Barbara Gilde door de eeuwen heen gekleed was, is niet bekend. Rond 1935 droegen de gildebroeders een voor die tijd standaard 'net pak' en een hoed met klep. De vaandrig had tevens een sjerp om. Na de kleine gildedag in 1960 werd er begonnen met de kostumering in het geel en blauw, wat na enkele kleine aanpassingen resulteerde in het huidige kostuum. Ook werd in die tijd het zogenaamd 'vendelzwaaien' weer opgepakt. Voorheen gebeurde dat met het vaandel, maar vanaf toen werd er gevendeld met vendels.

Gildedagen

In 1935 kon, ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de parochiekerk, door het Sint Barbara Gilde de 2e gildedag van de "Gildebond Land van Cuijk" worden georganiseerd. In 1960 werd een kleine gildedag georganiseerd ter gelegenheid van het 600-jarig bestaan van Ravenstein. En in 1967, 1977, 1988, 1999 en 2016 zijn in Ravenstein gildedagen van de Kring Land van Cuijk georganiseerd. In 2005 organiseerde het Sint Barbara Gilde het eerste federatietoernooi vendelen, trommen, bazuinblazen en standaardrijden.

Optocht met Sint Barbara Gilde tijdens gildedag in 1935

Opvallende gebeurtenissen

Eén van de bekendste data uit de Ravensteinse geschiedenis is 1606. In dat jaar vond er een grote brand plaats, waarbij vrijwel heel Ravenstein tot de grond toe afbrandde. Het verhaal gaat dat de toenmalige vaandrig van het gilde met het vaan en de carte de stadsgracht is overgezommen om deze te redden.

Tijdens de gildedag in 1935 vond een dodelijk ongeval plaats. Na de optocht werd op het feestterrein aangevangen met het vogelschieten en vendelzwaaien. Er werd in die tijd met zogenoemde voorladers geschoten, waarbij door onbekende oorzaak een geweer afging en iemand dodelijk werd getroffen. Het slachtoffer was de heer Peters uit Boxmeer, de chauffeur van het gilde uit Sambeek. Even later waaiden alle tenten door een korte maar hevige cycloon omver.

In de eerste helft van de 20e eeuw kende men rond het gilde ook 'vrije broeders'. Deze broeders betaalden ledengeld en waren daardoor aan het gilde verbonden, maar ze hadden verder geen rechten of plichten. Nadat deze vrije broeders in 1956 eigen activiteiten gingen organiseren ontstond er enige wrijving. Toen begon een lange moeizame weg die uiteindelijk tot een "fusie" met het eigenlijke gilde leidde. Men probeerde gezamenlijk verder te gaan. De pastoor, de burgemeester en de notaris moesten er nog aan te pas komen om dit te bewerkstelligen. Enkelen van de oude garde verzetten zich ertegen. Uiteindelijk werd een verjongd Sint Barbara Gilde gevormd uit vier oude gildebroeders en alle vrije broeders.

In de 17de eeuw is bijna de gehele zilverschat van het Sint Barbara Gilde verdwenen. Waarschijnlijk is het zilver aan het eind van de tachtigjarige oorlog versmolten om er kerkelijk vaatwerk van te maken.

Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad alvorens Jan van Merle in 1710 als eerste keizer van het gilde werd erkend. Er stond niets over een keizer in de Carte van het gilde vermeld, en daarom weigerde men aanvankelijk hem als zodanig te erkennen. De stadsregering ging er zich zelfs mee bemoeien. Men moest op boete van 12 gulden de keizer gehoorzamen, anders zou men uitgezet worden. Om te voorkomen dat dit zich ging herhalen, werd in het reglement van 1776 de keizer al in het begin genoemd. Het gilde had dit reglement laten opstellen om alles in het gilde goed te regelen. De broeders konden het kopen voor 12 stuivers. Het ging er in die tijd dictatoriaal aan toe bij de verkiezingen. Zo lezen we in artikel 6 dat koning en dekens 4 nieuwe dekens zouden kiezen en de broeders daar geen commentaar op mochten maken.

In 1810 kreeg het gilde toestemming om "te schieten der Vogel of zogenaamde Papegaij" onder voorwaarde dat "de drie Eerste of zogenaamde Eereschoten zullen moeten geschieden ter Ere van Zijn Majesteit de Keizer en Koning (van Frankrijk)". Ook nu nog worden drie ereschoten afgevuurd; door de pastoor, de burgemeester en de beschermheer.

Het burgerkoningschieten vindt al plaats sinds 1982. In de beginjaren werd de burgerkoning omhangen met het gildezilver, maar daar werd in 2000 mee gestopt. In 2004 vonden enkele burgers dat de burgerkoning toch echt wel met zilver behangen moest worden. Zij zamelden daarop geld in bij de schutters en gaven de Ravensteinse edelsmid Joost Vlemmix opdracht een zilveren 'burgerschild' te maken. Op Koninginnedag 2004 werd voorafgaand aan de schietwedstrijd het burgerzilver aan het gilde overhandigd. Nelleke Combée was de eerste burgerkoning die het nieuwe zilver mocht omhangen.

Nadat in Ravenstein in de Maasdijk rondelen van de voormalige verdedigingswerken zijn gevonden en (gedeeltelijk) gerenoveerd, werden deze voorzien van kanonnen. Op Hemelvaartsdag 24 mei 2001 zijn de twee kanonnen in gebruik genomen. Deze kanonnen worden bij bijzondere gelegenheden door het Sint Barbara Gilde afgeschoten.

Gildelied

  • Broeders, zusters van Sint Barbara,
    Wij zijn allen eensgezind.
    Steeds eendrachtig, trouw en waakzaam,
    Blijvend met elkaar bevrind
    Wijken nooit van onze plichten.
    Hand'len met gezond verstand.
    2x
    Zwaaien 't vaan voor God en Koning,
    Voor ons dierbaar vaderland

    Bouwen verder aan de toekomst,
    Strijdend voor het ideaal.
    Dat ons gilde maar blijft groeien,
    Wensen wij toch allemaal.
    Mochten donk're dagen komen,
    Blijven wij dan toch tesaam,
    2x
    Werkend met aloude rechten,
    Houden 't vaan steeds vrij van blaam

Barbara van Nicomedië

  • De Heilige Barbara

    De Heilige Barbara is patroonheilige van ons gilde. Barbara zou gewoond hebben in Nicomedië in Klein Azië en dochter zijn van een rijke 'heiden'. Volgens de overlevering werd ze door haar eigen vader, Dioscurus, opgesloten in een toren om haar te beschermen tegen ongewenste invloeden. Op verzoek van Barbara werd in de toren een derde raam gemaakt. Barbara had zich in het geheim namelijk tot het Christendom bekeerd en wilde op deze manier de Heilige Drievuldigheid eren. Toen haar vader achter de bekering kwam, liet hij haar folteren. Maar 's nachts genazen haar wonden op miraculeuze wijze. Uiteindelijk (waarschijnlijk circa 306 na Christus) onthoofde de vader Barbara eigenhandig. Daarop werd hijzelf direct dodelijk door de bliksem getroffen.

    Sint Barbara is beschermheilige tegen brand, bliksem en vuur. Ze is patrones van verschillende gevaarlijke beroepen, in het bijzonder artilleristen en mijnwerkers, maar ook infanteristen, kanonniers, schutters, metaalgieters, ingenieurs, architecten, brandweerlieden, boeren, dakdekkers, gevangenen, steenhouwers, stervenden, torens, vestingen, geologen en explosievenopruimers. Haar voorspraak wordt vaak ingeroepen tegen koorts, pest en voor een gelukkig stervensuur.

    Sint Barbara wordt meestal voorgesteld als een jonge vrouw met kroon, martelpalm en toren met drie ramen. Daarnaast behoren onder andere een zwaard (waarmee ze werd onthoofd), een ciborie, een pauwenveer, en een kanon tot haar attributen. Vaak heeft ze ook een kelk of een hostie in haar hand.

    Sint Barbara wordt op 4 december herdacht. Deze dag is voor ons gilde dan ook de jaarlijkse teersdag.

Vendelgebed

  • Net zoals vroeger in legenden het kwaad bevochten werd, zo strijden onze vendeliers met hun vendel tegen kwaad en onrecht. Deze symbolische strijd met het vendel is tegelijkertijd een gebed, een gebed tot de Allerhoogste, om hulp in de strijd voor het goede. De vendeliers beginnen met het presenteren van de vendels als groet aan allen.

    "Vendeliers - Presenteert uw vendel, neigt uw vendel, zwaait uw vendel voor God, Koning en Vaderland. Tamboers - Roert uw trom."

    Het vendel wordt boven het hoofd gezwaaid. De vendeliers brengen boven hun hoofd de groet aan de Allerhoogste. Alvorens de strijd te beginnen vragen zij om moed om de strijd eerlijk en goed te mogen volvoeren. tevens smeken zij om sterkte voor zichzelf.

    Het vendel draait om het middel. De vendeliers worden uitgenodigd al hun krachten in te zetten, de strijd zal zwaar zijn.

    De vendeliers draaien het vendel om een knie, terwijl het andere been wordt opgetild. Het vendel zakt, de strijd wordt heviger, doch de vendeliers kunnen zich nog op een been staande houden.

    Hierna draait het vendel rond de enkels. Al wordt het gevecht moeilijk, de vendeliers zullen hun uiterste best doen het vendel draaiend te houden. Belangrijker is echter dat het rein blijft, het is immers het symbool van de reinheid.

    Nu draait het om beide knieën. De vijand wordt iets moe, de vendeliers komen weer overeind. Hun vendel zal weer hoger gaan zwaaien.

    Wederom draait het vendel om het middel. Ze zullen voor de strijd al hun krachten moeten bundelen en rondom zich waakzaam moeten zijn.

    Het vendel wordt boven het hoofd geworpen in een hand. De vendeliers zenden nu een gebed ten hemel, teneinde in deze strijd de vertegenwoordigers van het goede te kunnen zijn en als zodanig te kunnen zegevieren.

    Het vendel draait om de hals. De strijd wordt hevig, doch de vendeliers weren zich duchtig, ook al zou hen dat het hoofd kosten.

    Het vendel wordt in de lucht geworpen. Teneinde niet ten onder te gaan, moeten de vendeliers het vendel loslaten. Juist op tijd echter weten zij het met hun andere arm op te vangen.

    In een forse slag wordt het vendel achter de rug gedraaid. De vendeliers worden nu werkelijk van alle zijden aangevallen. Overal dreigt gevaar.

    Dezelfde slag, maar nu achter de knieën. De vijand tracht de vendeliers op hun knieën te krijgen. Bijna zal dit lukken, maar met Gods hulp kunnen zij zich staande houden.

    Dan is de strijd gestreden, de vendels worden opgerold. HET WERK IS GEDAAN, DE ZEGE IS ONS.